SSVcie verlegt grenzen in Oostenrijk.

“We hebben nog geen beeldmateriaal van OBT. Zin om een weekje te filmen op oefening in de alpen?”. Die vraag had ik nooit verwacht toen ik solliciteerde voor een stageplek bij het KCT. Klimmen en hiken door de bergen met de Staf Stafverzorgings-compagnie (SSV-cie), dat zag ik wel zitten!

Twaalf uur zou de reis naar Oostenrijk duren, tenminste, als er halverwege geen raar stuk metaal uit een van de banden stak. Ja hoor, die moest vervangen worden. Na een vermoeiende reis van negentien uur, kreeg iedereen weer energie toen we instapten in een oude Oostenrijkse viertonner. Volgens mij verliep de halve route in de eerste versnelling, zo steil was de weg.

Eenmaal gearriveerd op het kamp, gingen we vrijwel meteen inliggen om fit te starten met het vooralsnog onbekende programma. Pikdonker was het buiten. Dat we waren omringd met enorme bergen met sneeuwtoppen, beekjes met kraakhelder gletsjerwater en een schitterend landschap, zagen we pas toen de wekker de volgende ochtend om zes uur af liep. De groep werd in tweeën gedeeld. Een helft ging oefenen met rotsklimmen terwijl de andere helft ging hiken door de bergen. De dag erna wisselden de groepen van programma. Wij startten met klimmen.

Na de korte verplaatsing door de mooie omgeving van Wattenberg werd uitgelegd hoe wij de klimuitrusting moesten gebruiken die we ’s ochtends gekregen hadden. Eén persoon klimt, één zekert en één begeleidt het touw voor het geval de onervaren zekeraars onder ons iets verkeerds doen.

Door naar de volgende rots, waar we gingen klettersteigen und abseilen. Eerst moesten we leren opschieten. Niet omdat we zo langzaam waren… Opschieten is een techniek die wordt gebruikt om de zestig meter lange touwen op te rollen zonder dat deze in de knoop raken. Er komt best veel bij kijken als je nooit eerder geklommen hebt in de bergen. Gelukkig kwam hulp van alle kanten als iets niet lukte.

De volgende ochtend werden de activiteiten omgewisseld en liepen we met stokken de bergen in. Al snel had ik in de gaten wat de meerwaarde was van de stokken. Het houdt je niet alleen in evenwicht als je over smalle paadjes loopt, het verlicht de inspanning in je benen. Zeker bergafwaarts met een goedgevulde rugzak.

Bij de eerste stop haalde iedereen zijn kompas tevoorschijn voor een kaartoefening. “Kijk om je heen. Waar bevinden we ons nu?”. Hierna zetten wij onze tocht voort. De zon scheen en de temperatuur tikte de 20˚ af en toe aan.

Eenmaal terug op het kamp, kregen we les om ons voor te bereiden op het bivak. Hoe zet je de tent op? Hoe werkt de MSR-brander? Waar moet je rekening mee houden in bergachtig terrein? De groep werd onderverdeeld in kleine groepen, die zich ieder verdiepten in een onderwerp om dit vervolgens te demonstreren voor de rest.

De bivaklocatie was vlakbij. Hier werden verschillende rantsoenpakketjes uitgedeeld. Het avondprogramma was vrij waarin mensen elkaar beter leerden kennen. Natuurlijk werd er voor de nacht wel een wachtschema gemaakt.

Al vroeg werd het terrein afgebroken en gesweept. Om acht uur moesten we namelijk weer klaarstaan op het kamp. Dit keer gaan we ècht klimmen. Er is regen voorspeld. De wolken hingen laag in het dal, wat het zicht aanzienlijk verminderde. Maar klimmen in de dichte mist op gladde bergen is ook wel een uitdaging.

De terugweg naar het kamp verliep soepel. Tot onze groepscommandant ineens ‘zijn been brak’ en er een casus begon. De kapitein werd al snel in dekens gerold en door ons afgevoerd naar het kamp. Aansluitend kregen we een les ZHKH van de medic uit onze groep. Die nacht konden we niet bivakkeren omdat er veel regen was voorspeld met kans op onweer. De officiersbar was geopend, we konden er terecht voor een Duits biertje en goede pizza.

Vrijdag, de laatste dag. En ook de hoogste. Vandaag beklommen we de top van de Geier op 2.857 meter hoogte. De regenwolken hebben plaatsgemaakt voor de zon en we kunnen weer genieten van het uitzicht. De route begon hetzelfde als gister, maar nam een andere afslag de hoogte in. We liepen in gehusselde groepen zodat de hele groep elkaar leerde kennen.

Dagelijks gingen er verhalen over de befaamde barbecue op de laatste dag. Eindelijk verplaatsten we ons dan naar de Lizummerhütte waar de twee grillmasters zorgden voor een heerlijk avondmaal. Een gezellige afsluiting van een te gekke week.

De laatste ochtend lieten we het legeringsgebouw schoon achter en werden onze spullen met de viertonner naar beneden gebracht. Zelf liepen we de toeristische route naar beneden, waarna de bus ons opwachtte om ons terug te brengen naar Roosendaal.