Pilot NATO Combat Medic

Verslag.

Na een cursus van 22 weken bij het International Special Training Centre (ISTC) in Pfullendorf zijn de eerste 23 man geslaagd voor de Nato Special Operations Combat Medic course (NSOCM). Dit was een pilot course zodat er in Europa ook een SOCM cursus komt in navolging van de USA, Canadian en Nordic SOCM. De landen waar de cursisten die deelnamen vandaan kwamen, waren: USA, Duitsland, Italië, Polen, België, Noorwegen, Zwitserland, Oostenrijk, Griekenland en Nederland. De NSOCM cursus vond plaats in een  multinationale trainingsomgeving met SOF operators of operators van vergelijkbare eenheden.

Tijdens de cursus werd kennis en ervaring uit het gehele NATO netwerk gehaald. Dit resulteerde in een groep van 67 gastinstructeurs uit 14 verschillende landen die ondersteunde tijdens de opleiding, dit was naast het vaste instructiekader op de medical branch bij het ISTC. Vaak werd er door experts lesgeven zoals bijvoorbeeld de chief military doctor van 10th group ODA. Echter kon de kwaliteit niet altijd gewaarborgd worden van alle gastinstructeurs, omdat het ook een pilot course was.

De multinationale leeromgeving heeft als voordeel dat je een veel bredere blik krijgt op wat er mogelijk is buiten je eigen eenheid en land. Door het samenwerken met 10 verschillende nationaliteiten voor bijna 6 maanden verbeter je je Engels en leer je veel van hun protocollen en wijze van optreden. Dit is van grote toegevoegde waarde aan je eigen kennis en ervaring en verbetert de interoperabiliteit om internationaal samen te werken.

De NSOCM cursus gaat dieper in op het behandelen van een slachtoffer over een langere periode. In Irak en Afghanistan was er in veel gevallen een dekkend medisch netwerk dat een afvoertijd rond het golden hour kon garanderen. In bijv. Afrika is dit door de afmetingen van het continent onmogelijk en zijn er ervaringen van ODA teams met missies in Afrika waar de snelste afvoertijd tussen de 24 en 36 uur is. Dit vergt een andere wijze van hoe een medic opgeleid moet zijn, welke diagnostische middelen hij tot zijn beschikking heeft en welke mogelijkheden tot het behandelen van een slachtoffer een medic krijgt. Als eenheid moeten wij er naar streven hier zo goed mogelijk op voorbereid te zijn en hiervoor trainen. Er zal wel een verandering in de mindset bij het hogere medisch echelon nodig zijn omdat een Nederlandse SOF medic beter getraind zal moeten worden en hij de bevoegdheden en het vertrouwen moet krijgen om hier naar te handelen.

De meest waardevolle onderwerpen in de NSOCM cursus ten opzichten van de Nederlandse medic opleiding waren voor mij:

  • Andere resuscitatie protocollen en de bewustwording dat landen als Noorwegen en USA erg ver zijn met bloedtransfusies in het veld en hier goede effecten mee bereiken. (buddy transfusies en walking bloodbanks)
  • Betere kennis op het gebied van Prolonged Field Care (PFC) en remote medicine waardoor in kleine SOF teams slachtoffers langer in leven gehouden moeten kunnen worden in de 4 fases van PFC ( ”ruck”,” truck”, “house” en “plane” fase)
  • Er wordt een uitgebreidere kennis op het gebied van farmacologie aangeleerd waardoor je als medic meer mogelijkheden hebt op het gebied van medicatie.
  • Ook werd de basis aangeleerd hoe je als medic een military working dog moet behandelen.

 

 

Samengevat was het een leerzame cursus met in de eerste helft van de cursus modules in: anatomie, fysiologie, farmacologie, trauma fundamentals, Tactical combat casualty care, medical planning en een week met rescue techniques in verschillende operationele omstandigheden.

De tweede helft van de cursus waren modules met clinical, remote en tropical medicine. Daarna Prolonged Field Care en uiteindelijk een field training exercise waarin alles samen kwam onder verzwaarde omstandigheden. Als afsluiting was er een  3-weekse stage in een Duits militair hospitaal om meer praktijkervaring met werkelijke patiënten op te doen.