1964 – 1990

In 1964 kreeg het Korps naar aanleiding van de bezuinigingsoperatie “Chirurg” een ander gezicht. De gevechtscommando werd superverkenner. Daarnaast kreeg het Korps een opleidingstaak voor alle infanterie-eenheden van het Eerste Legerkorps. De mannen van de 104 Waarnemings- en Verkenningscompagnie zouden in oorlogstijd de ogen en oren zijn van het Eerste Legerkorps, dat op de Noord-Duitse laagvlakte een vak in de NAVO-verdedigingslinie moest verdedigen. Het was de taak van de commando’s om van achter de vijandelijke linies zoveel mogelijk gegevens over de vijand te verzamelen, met het zwaartepunt op het waarnemen van de eventuele opmars- en aanvoerroutes.

Door de jaren heen namen vele commandoploegen deel aan internationale oefeningen, zoals “Schinderhannes” (BRD), Eugenie (FR), Pegasus (BE), Tristar (UK), Viking (DK) en de eigen Nederlandse oefening Low Lands. Daarbij bleek dat de grotendeels dienstplichtige commandoploegen zich uitstekend konden meten met de veelal uit beroepsmilitairen bestaande buitenlandse ploegen.

Kgesch 1964 - 1990 3

De 104 Waarnemings- en Verkenningscompagnie groeide van 18 parate ploegen van 3 man naar 27 ploegen van 4 man. Naast die 27 parate ploegen kon het Eerste Legerkorps in oorlogstijd ook beschikken over 9 mobilisabele ploegen. De waarnemer-verkenner-para’s waren gespecialiseerd in het maken en onderhouden van verbindingen, het herkennen en benoemen van vijandelijke materieel en bovenal in alle aspecten die een verblijf in vijandelijk gebied met zich mee brengt. Tijdens oefeningen en velddienst lag de nadruk mede op, in- en exfiltratie, schuilbivak, het ontwijken van de vijand, het weerstaan van ondervraging en het eventueel ontsnappen uit krijgsgevangenschap.
Alle groene baretten kregen na de Elementaire Commando-opleiding een para-opleiding bij de eigen Instructiegroep Para van het Korps.

 

 

Kgesch 1964 -1990 2Daarnaast werden zij door de Instructiegroep Overleven geschoold in het overleven onder de moeilijkste terrein- en weersomstandigheden. Met een eigen Verbindingspeloton en een Logistiek peloton vormde de “one-o-four” een gedegen inlichtingeneenheid in de periode van de Koude Oorlog.

 

Naast de operationele taak van de 104 Waarnemings- en Verkenningscompagnie kreeg het Korps een belangrijke opleidingstaak ten behoeve van de gevechtseenheden van het Eerste Legerkorps. In november 1964 ging in Roosendaal de eerste drieweekse editie van de spoedig roemruchte gevechtstraining “Pantserstorm” van start. In 1966 werd de duur van deze zware gevechtstraining teruggebracht naar 2 weken. De oefening bleef bestaan tot 1995 toen de Koninklijke Landmacht omvormde van een kader-militie leger naar een beroepsleger!

Kgesch 64-90 2

De gevechtscursussen voor beroepspersoneel bestonden al langer met name voor de cadetten van de Koninklijke Militaire Academie en leerlingen van de Koninklijke Militaire School. Ook leerlingen van het Opleidingscentrum voor Officieren van Speciale Diensten en onderofficieren in opleiding van de Koninklijke Marechaussee doorliepen een gevechtscursus bij het KCT. Naast deze reguliere gevechtscursussen werd ook vaak steun geleverd bij incidentele opleidingen zoals bijvoorbeeld de opleiding voor Libanongangers en de steunverlening aan het Ministerie van Justitie in de beginfase van de oprichting van arrestatieteams en ME-eenheden.

Kgesch 64-90 6

Meer dan 100.000 dienstplichtige- en beroepsmilitairen maakten op deze wijze in de loop der jaren kennis met het Korps Commandotroepen. Tot begin jaren ’90 bleef de taakstelling van het Korps nagenoeg ongewijzigd. Het vallen van de Berlijnse muur echter in november 1989 betekende het einde van de Koude Oorlog en was de oorzaak van een drastische wijziging in de veiligheidssituatie in Europa. Natuurlijk konden de gevolgen voor taakstelling en organisatie van de Krijgsmacht niet uitblijven.

Geef een reactie