Statuten

STATUTEN VERENIGING VETERANEN
KORPS COMMANDOTROEPEN

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Korps Commandotroepen
De vereniging hanteert de definitie van deze eenheid en de onderdelen waaruit deze eenheid is voortgekomen zoals omschreven in de statuten van de Commandostichting.

Veteranen
De vereniging hanteert de definitie van veteranen zoals deze in de begripsbepalingen van de Veteranenwet is vastgelegd.

Postactieven
De vereniging hanteert de definitie van postactieven zoals deze in de begripsbepalingen van de Regeling Reüniefaciliteiten veteranen, oorlogs- en dienstslachtoffers en postactieven van het Ministerie van Defensie is vastgelegd.

Vereniging
Waar in deze statuten of krachtens deze statuten vastgestelde reglementen of genomen besluiten sprake is van ‘vereniging’ wordt daaronder de Veteranen Vereniging Korps Commandotroepen bedoeld, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald of kennelijk anders is bedoeld.

 

Artikel 2 Rechtspersonen

In deze statuten wordt verwezen naar de volgende rechtspersonen, waarvan de voor de vereniging meest relevante aspecten zijn:

a. De Commandostichting
(1) De Commandostichting stelt zich ondermeer de belangenbehartiging van veteranen en postactieven die gediend hebben bij het Korps Commandotroepen ten doel. Daarnaast beoogt de Commandostichting de instandhouding en de bevordering van de kameraadschap en de onderlinge steunverlening tussen allen, die als militair of burger ambtenaar bij het Korps Commandotroepen dienen of gediend hebben.
(2) Tot de activiteiten van de Commandostichting behoren onder meer het organiseren van reünies.
(3) De Commandostichting spant zich in om de doelstelling van de Stichting en de verschillende verenigingen van oud-commando’s (waarbij inbegrepen de Vereniging Veteranen Korps Commandotroepen) zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.
(4) De Commandostichting beheert een (begunstigers) bestand waarin –in voorkomend geval- ook de status als veteraan is vastgelegd.

b. De Stichting het Veteraneninstituut
(1) De Stichting het Veteraneninstituut draagt zorg voor de uitvoering van een groot deel van het door de Minister van Defensie opgestelde beleid ten aanzien van veteranen.
(2) Namens de Minister van Defensie beslist de Directeur van de Stichting het Veteraneninstituut op een verzoek van een reünievereniging voor veteranen om te worden opgenomen in het reünieregister, hetgeen een voorwaarde is voor het verkrijgen van faciliteiten.
(3) De Stichting het Veteraneninstituut beheert een bestand waarin gegevens van veteranen zijn opgenomen.

c. De Stichting Veteranen Platform
(1) De Stichting Veteranen Platform verenigt de Nederlandse veteranenorganisaties in een democratisch en representatief samenwerkingsverband.
(2) De Stichting Veteranen Platform is de gesprekspartner van de overheid en van andere voor Nederlandse veteranen relevante organisaties met betrekking tot de ontwikkeling en instandhouding van een consistent Nederlands veteranenbeleid.
(3) Het doel van de Stichting Veteranen Platform is om, als belangenbehartiger van alle Nederlandse veteranen, in voortdurende dialoog met de overheid en samenleving de maatschappelijke erkenning, herkenning en waardering van alle Nederlandse veteranen van verschillende strijdtonelen en vredesmissies op materieel en immaterieel gebied te vorderen.

 

Artikel 3 Naam, zetel en duur.

a. De vereniging draagt de naam: Vereniging Veteranen Korps Commandotroepen en is gevestigd in de gemeente Roosendaal.

b. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.

 

Artikel 4 Doel

a. De vereniging heeft ten doel de materiële en immateriële belangenbehartiging van de veteranen en postactieven van alle rangen en standen, van alle krijgsmachtdelen en van alle wapens en dienstvakken, onder de voorwaarde dat:

(1) men als actief dienende veteraan geplaatst is bij het Korps Commandotroepen, en/of;
(2) men de status als veteraan ontleent aan een individuele inzet door het Korps Commandotroepen, en/of;
(3) men de status als veteraan ontleent aan indeling bij een door het Korps Commandotroepen geformeerde eenheid, ongeacht of deze eenheid geheel zelfstandig is ingezet, en/of;
(4) men -als op enig moment registratief ingedeelde bij het Korps Commandotroepen- de status als veteraan ontleent aan inzet op individuele basis dan wel als ingedeelde bij een niet door het Korps Commandotroepen geformeerde eenheid of;
(5) men -als postactieve militaire dan wel burgerlijke ambtenaar- is toegelaten als lid van de vereniging.

b. De vereniging geeft op navolgende wijze inhoud aan haar doelstellingen:

(1) De vereniging laat zich leiden door de beleidsregels zoals deze zijn uitgevaardigd door het Ministerie van Defensie en de stichting Veteranen Platform.
(2) De vereniging onderschrijft het door de stichting Veteranen Platform te voeren beleid, zoals vastgelegd in het door het Algemeen Bestuur van de stichting Veteranen Platform goedgekeurde beleidsplan, en mandateert de collectieve belangenbehartiging van haar leden in lijn met dit beleidsplan aan de stichting Veteranen Platform.
(3) De vereniging ontplooit haar activiteiten in nauw overleg met het Korps Commandotroepen en binnen de doelstellingen van de Commandostichting.
(4) De vereniging vertegenwoordigt de leden bij de stichting Veteranen Platform.
(5) De vereniging onderhoudt contact met de Stichting het Veteraneninstituut,ondermeer gericht op;
(a) mogelijke steun vanuit dit instituut bij de organisatie van reünie activiteiten;
(b) doorgeleiding van individuele hulpvragen naar het centraal aanmeldpunt van de Stichting het Veteraneninstituut.
(6) De vereniging is randvoorwaardelijk bij de organisatie van sociale activiteiten zoals reünies en coördineert zo nodig de inzet van gecertificeerde veteranen helpers.
(7) De vereniging laat zich als reünievereniging opnemen in het reünieregister van de Stichting het Veteraneninstituut en komt als zodanig in aanmerking voor de faciliteiten die door het Ministerie van Defensie aan veteranen worden geboden.

 

Artikel 5 Lidmaatschap

a. De vereniging kent gewone leden, leden van het bestuur, afgevaardigden (in de ledenraad) en ereleden.

b. Waar in deze statuten of krachtens deze statuten vastgestelde reglementen of genomen besluiten sprake is van lid of leden worden daaronder de gewone leden, de afgevaardigden en de ereleden begrepen, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald of kennelijk anders is bedoeld.

c. Lid van de vereniging kunnen worden:

(1) Veteranen, die voldoen aan het gestelde in art 4 lid a sub (1) tot en met (4).
(2) Postactieven, die voldoen aan de gestelde eisen waarnaar wordt verwezen in artikel 4 lid a sub (5) en die gedurende de voor deze status verplichte periode van twaalf (12) jaar functievervulling bij Defensie tenminste een (1) functie dan wel een periode van minimaal drie (3) jaren bij het KorpsCommandotroepen hebben gediend.
Leden zijn zij die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld/geregistreerd en door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten.
Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

d. Indeling van leden in afdelingen:

(1) Leden, die voldoen aan het gestelde in art 4 lid a sub (1) tot en met (3) worden ingedeeld in afdelingen op basis van de operationele compagnie(n) van het Korps Commandotroepen waartoe men behoort casu quo heeft behoord, ongeacht of men organiek bij deze compagnie was geplaatst dan wel men tijdelijk gedurende een operationele inzet bij deze compagnie was ingedeeld.
(2) Leden, die voldoen aan het gestelde in art 4 lid a sub (4) worden ingedeeld bij de afdeling, gevormd door de operationele compagnie van het Korps Commandotroepen waarbij men was geplaatst ten tijde van de registratieve indeling bij het Korps Commandotroepen.
(3) Leden, die voldoen aan het gestelde in art 4 lid a sub (5) worden ingedeeld bij de afdeling, gevormd door de operationele compagnie van het Korps Commandotroepen waarbij men de periode, als vermeld in paragraaf 5 lid c
(2) bij het Korps Commandotroepen heeft gediend.
(4) De indeling van leden op basis van de operationele compagnie van het Korps Commandotroepen blijft in stand, ongeacht de feitelijke organisatie van het Korps Commandotroepen. Bij opheffing van compagnieën blijft de bestaande indeling van kracht, bij oprichting van nieuwe compagnieën wordt deze nieuwe indeling toegevoegd.
(5) In geval deze indeling niet toepasbaar blijkt, wordt het desbetreffende lid door het bestuur bij een der afdelingen ingedeeld.

e. Het bestuur en/of ledenraad kan de toegang als lid weigeren vanwege zwaarwegende redenen waaronder in ieder geval te verstaan handelingen die in strijd zijn met de doelstellingen van de Vereniging casu quo de
Commandostichting.

f. Bij de activiteiten, voortvloeiende uit het lidmaatschap van de veteraan kunnen ook diens relaties worden betrokken.

g. In geval van overlijden van het lid kan de partner het lidmaatschap van de veteraan voortzetten. In voorkomend geval dient dit door de partner kenbaar gemaakt te worden aan het bestuur.

h. Ereleden zijn leden die:

(1) met een dapperheidonderscheiding zijn gedecoreerd; en/of die
(2) op grond van bijzondere verdiensten voor de vereniging, als zodanig door de algemene vergadering zijn benoemd en hun benoeming hebben aanvaard.

i. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet vatbaar voor overdracht of overgang, behoudens het gestelde in artikel 5 lid g.

 

Artikel 6 Registratie lidmaatschap

a. De vereniging maakt voor het onderhouden van contact met de leden gebruik van de bij de Commandostichting dan wel bij de Stichting het Veteraneninstituut geregistreerde gegevens.
b. De inzet als bedoeld onder artikel 4 lid a sub (2) en (3) impliceren speciale operaties. De aan deze operaties verbonden geheimhouding brengt met zich mee dat aan een missie verbonden gegevens die terug te leiden zijn op een persoon,niet buiten het Korps Commandotroepen dienen te worden vastgelegd. Dit deel van de registratie is om die reden uitsluitend vastgelegd bij het Korps Commandotroepen en wordt bijgehouden door een actief dienende militair, bij voorkeur uit het functiegebied Personeel.

 

Artikel 7 Beëindigen lidmaatschap

a. Het lidmaatschap wordt beëindigd door het overlijden van het lid of door de opzegging door het lid, behoudens het gestelde in artikel 5 lid g.

b. Het lidmaatschap kan door de vereniging worden beëindigd door opzegging of door ontzetting.

 

Artikel 8 Opzegging lidmaatschap

a. De opzegging door een lid geschiedt door een brief dan wel een e-mail gericht aan het bestuur.

b. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen wanneer van de vereniging in redelijkheid niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt schriftelijk dan wel per e-mail door het bestuur.

 

Artikel 9 Ontzetting uit het lidmaatschap

a. De ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of wanneer het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

b. De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste van het besluit, met opgave van redenen in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de ledenraad.

c. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

d. De ledenraad kan slechts tot ontzetting besluiten door een daartoe strekkend besluit, genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.

e. Het bestuur kan een lid dat handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt, schorsen voor een door het bestuur te bepalen periode van maximaal zes (6)maanden. Tegen de schorsing is beroep mogelijk bij de ledenraad. Het in lid 2bepaalde aangaande “beroep” is van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 10 Geldmiddelen

a. De vereniging beoogt niet het maken van winst.

b. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de bijdragen van het ministerie van Defensie en voor dit doel beschikbare fondsen, zoals bijvoorbeeld het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg. De Commandostichting stelt jaarlijks een bedrag ter bestrijding van de onkosten van de vereniging beschikbaar. Daarnaast zijn bijdragen van donateurs, uit erfstellingen, legaten en door schenkingen mogelijk.

c. De leden zijn geen contributie verschuldigd aan de vereniging. Per activiteit / reünie wordt per deelnemer een eigen bijdrage gevraagd ter bestrijding van de kosten. Deze bijdrage wordt door het bestuur in overleg met de commandant van de organiserende eenheid vastgesteld op basis van de begroting van de betreffende reünie waarbij inbegrepen het te verwachten aantal deelnemers.

d. De vereniging is gelieerd aan de Commandostichting. Een deel van de eigen bijdrage van de leden voor het organiseren van reünies wordt daarom afgedragen aan de Commandostichting. De Commandostichting kan hiermee zijn doelstellingen in het kader van erkenning, waardering en zorg voor veteranen verder gestalte geven.

 

Artikel 11 Het bestuur

a. Het bestuur bestaat uit tenminste drie en ten hoogste zeven natuurlijke personen,die uit hun midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aanwijzen.

b. De bestuurders kunnen ook buiten de leden worden benoemd, de meerderheid van het bestuur dient evenwel lid van de vereniging te zijn.

c. Bij voorkeur worden de verschillende operationele compagnieën van het Korps Commandotroepen, met inachtneming van het gestelde in art 5 lid d sub (4), door veteranen in het bestuur vertegenwoordigd.

d. Bij voorkeur bestaat het bestuur uit zowel actief dienende veteranen en postactieve veteranen en zijn zowel leden die gerechtigd zijn tot het dragen van de groene baret als overige leden vertegenwoordigd.

e. Gelet op het gestelde ten aanzien van de registratie van leden in artikel 6 alsmede de financiële steun omschreven in artikel 10 lid b waarbij de Commandostichting een belangrijke rol vervult is vertegenwoordiging van het bestuur van de Commandostichting in het bestuur van de vereniging wenselijk.

f. Gelet op het gestelde ten aanzien van de registratie van leden in artikel 6 is het wenselijk dat een door de Commandant van het Korps Commandotroepen aangewezen actief dienende militair die bekend is met het missiegerelateerde registratiesysteem als bedoeld in artikel 6 lid b qualitate qua in het bestuur is opgenomen.

 

Artikel 12 De ledenraad

a. De vereniging is verdeeld in afdelingen per operationele compagnie zoals omschreven in art 5 lid d, die elk maximaal vijf afgevaardigden, gekozen uit- en door de leden van die afdeling, sturen naar de ledenraad.

b. Een afgevaardigde treedt uiterlijk na vijf jaar af. Een afgetreden afgevaardigde is direct herkiesbaar.

c. De diversiteit in de achtergrond van de afgevaardigden is wenselijk: idealiter zijn zowel actief dienende veteranen als post actieve veteranen, verschillende rangen en standen en zowel leden die zijn gerechtigd tot het dragen van de groene baret als overige leden in de ledenraad vertegenwoordigd.

d. Verkiezingen worden door de afdelingen georganiseerd, bij voorkeur op de dag waarop de lustrum bijeenkomst (de vijfjaarlijkse commandoreünie) van het Korps Commandotroepen wordt gehouden of een reüniebijeenkomst van betreffende afdeling (operationele compagnie) wordt georganiseerd. Indien er niet meer kandidaten zijn voorgedragen dan het maximaal aantal te vervullen vacatures in de ledenraad voor de desbetreffende afdeling, wordt de voorgedragen kandidaat casu quo worden de voorgedragen kandidaten geacht te zijn verkozen zonder stemming.

e. Potentiële kandidaten die zich verkiesbaar willen stellen kunnen zich na de registratie als lid van de vereniging en bevestiging als ingedeelde bij een afdeling, gevormd door een operationele compagnie, aanmelden bij het bestuur. Uiterlijk vier (4) weken voorafgaande aan de verkiezingen wordt door het bestuur een kandidatenlijst bekend gesteld, hetzij middels een publicatie in de periodiek van de Commandostichting (de Groene Baret) dan wel door een schriftelijk bericht of e-mail bericht aan de betreffende leden.

f. Bij een verkiezing van afgevaardigden hebben leden die zijn ingedeeld bij de betreffende afdeling de bevoegdheid om kandidaten te stellen. Daarvoor moeten zij gezamenlijk met tenminste een vijfde deel van de leden van betreffende afdeling een kandidaatstelling opmaken en deze uiterlijk twee (2) weken voorafgaande aan de verkiezingsdatum schriftelijk bij het bestuur indienen. Een aldus gestelde kandidaat wordt slechts benoemd indien deze twee derde deel der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd.

g. De secretaris van het bestuur houdt een register bij waarin de namen en adressen van de afgevaardigden zijn vermeld.

 

Artikel 13 Aanstelling en beëindiging bestuursfuncties

a. De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast en benoemt de leden van het bestuur. De gemotiveerde vaststelling van het aantal leden en de nominatieve opgave van de bestuursleden worden in het verslag van de vergadering vermeld.

b. Bestuursleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de algemene vergadering worden geschorst en/of ontslagen. In geval van schorsing of ontslag moet het besluit van de algemene vergadering met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen ondersteund worden. Ter vergadering waarin besloten wordt tot schorsing wordt tevens vastgesteld gedurende welke periode de schorsing zal duren. Het geschorste bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene vergadering te verantwoorden en kanzich daarbij door een raadsman laten bijstaan. Indien de algemene vergadering niet binnen de vastgestelde periode van de schorsing tot het ontslag van het geschorste bestuurslid heeft besloten, eindigt de schorsing.

c. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van maximaal zes jaar. Onder een jaar wordt te dezen verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse algemene vergaderingen. De bestuursleden treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster; een volgens het rooster aftredend bestuurslid is onmiddellijk herbenoembaar.

d. In bestaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallig bestuur blijft bestuursbevoegd.

 

Artikel 14 Bevoegdheden

a. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Het bestuur kan, tot wederopzegging, taken en bevoegdheden delegeren aan in te stellen commissies.

b. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging in en buiten rechte.

c. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter samen met de secretaris of de penningmeester, dan wel de secretaris samen met de
penningmeester.

d. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden alsook aan anderen, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

 

Artikel 15 De algemene vergadering

a. Tenminste eenmaal jaarlijks komen het bestuur en de ledenraad in vergadering bijeen voor de algemene vergadering.

b. Toegang tot de algemene vergadering hebben de leden van het bestuur en de ledenraadsleden die niet geschorst zijn, alsmede degenen, die daartoe door het bestuur en/of de ledenraad zijn uitgenodigd. Een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren en kan zich daarbij door een raadsman laten bijstaan.

c. Naast de algemene vergadering bedoeld in artikel 15.a worden algemene vergaderingen bijeengeroepen door het bestuur of de ledenraad zo dikwijls dit wenselijk wordt geacht.

d. Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal afgevaardigden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte van de stemmen in een voltallige algemene vergadering, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek.

e. De bijeenroeping der algemene vergadering geschiedt door een mededeling per brief of e-mail aan de ledenraad op een termijn van ten minste veertien dagen.

f. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.

g. Als in een vergadering alle afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen – mits met algemene stemmen – geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproeping niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.

 

Artikel 16 Besluitvorming in de algemene vergadering

a. Stemgerechtigd in de algemene vergadering zijn de afgevaardigden. Ieder van hen heeft één stem. Ieder die stemgerechtigd is kan aan een andere stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een stemgerechtigde kan voor ten hoogste twee personen als gevolmachtigde optreden.

b. Een eenstemmig besluit van al degenen, die in de algemene vergadering stemgerechtigd zijn, ook al zijn zij niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.

c. De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de algemene vergadering worden gehouden.

d. Alle besluiten waaromtrent bij de wet, of bij deze statuten, geen grotere meerderheid en/of quorum is voorgeschreven, worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde afgevaardigden, ongeacht hun aantal. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen. Indien bij een tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

e. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur of, bij diens afwezigheid, door het oudste aanwezige bestuurslid.

f. Zijn geen bestuursleden aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

g. Het door de voorzitter ter algemene vergadering uitgesproken oordeel dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.

h. Van het ter algemene vergadering verhandelde worden notulen opgemaakt door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon.

i. Deze notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende algemene vergadering vastgesteld en ten blijken daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.

 

Artikel 17 Financiële verantwoording

a. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.

b. Jaarlijks wordt tenminste één algemene vergadering gehouden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering.

c. In deze algemene vergadering brengt het bestuur zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.

d. Wordt omtrent de getrouwheid van de stukken bedoeld in het vorige lid aan de algemene vergadering niet overgelegd een verklaring afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dan benoemt de algemene vergadering, jaarlijks een kascontrolecommissie van ten minste twee leden.

e. Het bestuur doet de in artikel 17 lid c bedoelde stukken ten minste één maand voor de dag waarop de algemene vergadering zal worden gehouden waarin deze zullen worden behandeld, toekomen aan de kascontrolecommissie.

f. De commissie onderzoekt deze stukken en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.

g. Het bestuur is verplicht aan de kascontrolecommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden der vereniging te geven.

 

Artikel 18 Wijzigen statuten

a. Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.

b. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.

c. Tot wijziging van de statuten kan door de algemene vergadering slechts worden besloten met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.

d. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.

e. Ieder van de leden van het bestuur en de ledenraad is bevoegd de akte van statutenwijziging te doen verlijden.

f. Het bepaalde in de leden a en b van dit artikel is niet van toepassing, indien in de algemene vergadering alle stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.

g. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en een volledige doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel en Fabrieken gehouden verenigingen register.

 

Artikel 19 Ontbinding

a. Het bepaalde in artikel 18 lid a, b en c is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging.

b. De algemene vergadering stelt bij haar in het vorige lid bedoelde besluit de bestemming vast voor het batig saldo. Hierbij wordt in beginsel de Commandostichting begunstigd en indien dit niet mogelijk is, wordt het batig saldo in overeenstemming met het doel van de vereniging aangewend.

c. De vereffening geschiedt door het bestuur.

d. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht.

e. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.

f. De vereniging houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar, dan wel aan de vereffenaar(s), bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaar(s) doet(n) van de beëindiging opgave aan het in lid g van artikel 18 vermelde register.

g. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten worden bewaard gedurende twintig jaren na afloop van de vereffening.

h. Bewaarder is degene die door de vereffenaars als zodanig is aangewezen.

 

Artikel 20 Reglementen

a. De algemene vergadering kan een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.

b. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.

c. Op besluiten tot vaststelling en tot wijziging van een reglement is het bepaalde in artikel 18 lid a, b en f van overeenkomstige toepassing.

Geef een reactie