Emblemen

Binnen de Koninklijke Landmacht voeren de wapens, dienstvakken, regimenten en korpsen een eigen embleem. Militair personeel dat is geplaatst bij het Korps Commandotroepen of registratief is ingedeeld bij het Korps Commandotroepen is te herkennen aan het baretembleem en de kraagspiegels op het uniform. Personeel dat met goed gevolg de Elementaire Commando-opleiding heeft afgesloten draagt de groene baret.

Dé Groene Baret

Dé Groene Baret
De groene baret wordt internationaal over het algemeen gedragen door commando-eenheden, alhoewel in enkele landen ook andere (niet-commando) eenheden met een nagenoeg soortgelijke baret getooid zijn. Daarmee wordt de traditie voortgezet van de commando-eenheden zoals die in de Tweede Wereldoorlog zijn ontstaan. In Nederland zijn alleen de militairen, die de Elementaire Commando-opleiding bij het Korps Commandotroepen met goed gevolg hebben voltooid, gerechtigd tot het dragen van de groene baret.

Baretembleem Baret Embleem Koprs Commandotroepen

Baret Embleem Koprs Commandotroepen
De ondergrond van het embleem wordt, evenals bij alle Nederlandse baretemblemen, gevormd door de “Gotische W”, die duidt op de naam Wilhelmina, Koningin der Nederlanden van 1898 -1948. De dolk die dwars over het embleem loopt is ontworpen naar een originele Engelse commandodolk en is het symbool van de verbondenheid van ons Korps met No10 Inter Allied Commando, waar de Nederlandse Commando’s van No 2 (Dutch) Troop in de jaren 1942-1945 toe behoorden. De handgranaat die boven de dolk is gezet heeft een uiteenspattende vlam en duidt op de agressiviteit die elke commando moet bezitten. Als laatste in het oog springend kenmerk van het baretembleem is de in het lint aangebrachte spreuk “Nunc aut Nunquam” oftewel “Nu of nooit”. Zij geeft het doorzettingsvermogen, het onverzettelijke weer waar commando’s over dienen te beschikken.

Het embleem is van goudkleurig metaal en wordt gedragen op een zwarte ondergrond met groene bies.

Commandokoord


Het commandokoord werd voorheen alleen gedragen bij het zogenaamde geklede tenue. Met de invoering van het nieuwe tenue bij de Koninklijke Landmacht wordt het commandokoord ook gedragen bij het dagelijks tenue. Het is een van zwart-groen gevlochten koord dat aan elkaar gekoppeld is met een koperen klosje zoals het houten klosje bij de traditionele toggle. Het koord wordt gedragen door daadwerkelijk dienenden die gerechtigd zijn tot het dragen van de groene baret.

Mouwembleem


Afhankelijk bij welke hogere eenheid, zoals een brigade, een regiment of een hogere stafeenheid, men is ingedeeld wordt een mouwembleem gedragen. Hoewel het Korps Commandotroepen administratief ook is opgehangen aan een dergelijke hogere eenheid is bij invoering van het nieuwe tenue besloten om het Korps Commandotroepen een eigen mouwembleem toe te wijzen. De rode commandodolk op een zwarte ondergrond wordt op de rechter bovenmouw gedragen. Ook internationaal is een soortgelijk embleem met dolk algemeen in gebruik bij speciale commando-eenheden.

KraagspiegelsKraag Embleem

Kraag Embleem

De kraagspiegels die gedragen worden op het zogenaamde dagelijks tenue hebben dezelfde symboliek als het baretembleem. Om een zekere symmetrie te verkrijgen zijn op het embleem twee gekruiste commandodolken aangebracht. De vijfhoekige kraagspat waarop het embleem is aangebracht heeft een zwarte ondergrond met groene bies.

Onderdeelsborstzakembleem KCTOnderdeelsborstzakembleem KCT

Onderdeelsborstzakembleem KCT
Het onderdeelsborstzakembleem wordt gedragen op de rechterborstzak van het dagelijks tenue. De emblemen worden niet door de Koninklijke Landmacht verstrekt, doch worden door het korps zelf aangekocht.

ParaWings

De militair die een aantal voorgeschreven parachutesprongen op goede wijze heeft volbracht krijgt een bijbehorend brevet en is gerechtigd de desbetreffende parawing op het uniform te dragen.

Brevet A


Operationeel parachutist, automatische opening ronde koepel.
Voor brevet A moet de para 8 sprongen maken waarvan de laatste drie met uitrusting en wapen. De achtste sprong is tevens een nachtsprong.

SLS brevet


Operationeel parachutist automatische opening square.
Evenals voor brevet A moet de para voor het SLS brevet 8 sprongen maken waarvan de laatste 3 met uitrusting en wapen. De achtste sprong is tevens een nachtsprong.
Deze opleiding wordt alleen verzorgd voor de verkenningspelotons van het Korps Mariniers.

Brevet B
Parachutist vrijeval.


Van de minimaal 20 sprongen worden de eerste 3 gemaakt met behulp van de “Accelerated Free Fall methode”. Dat wil zeggen dat de parachutist tot aan de opening begeleid wordt door twee instructeurs. Bij de resterende sprongen behoren een stabiliteitstest, draaien en het afbouwen van hoge sprongen (60 sec) naar 10, 5, 3 en “Clear and Pull” (meteen openen). Deze sprongen worden begeleid door een instructeur met helmcamera. Ook een nachtsprong behoort bij de opleiding tot brevet B. De opleiding is o.a. bestemd voor parapakkers en KLU-personeel oxygen supervisors.

Brevet C Para brevet Vrije Val C
Basisopleiding parachutist, vrije val met uitrusting.
Basisopleiding individueel.

Para brevet Vrije Val C
Voor het basis operationeel militaire vrije val brevet moeten minimaal 20 sprongen gemaakt worden. Drie sprongen daarvan vinden plaats met uitrusting en wapen. Er worden twee nachtsprongen gemaakt, waarvan één met uitrusting en wapen. De vrije val sprongen worden gemaakt tot een maximumhoogte van ± 4 kilometer. Alle commando’s speciale operaties volgen in de Voortgezette Commando-opleiding de opleiding tot operationeel parachutist vrije val.

Brevet C-OPS
Voortgezette Opleiding Operationeel parachutist, vrije val.
Voortgezette opleiding in ploegverband.


In de Voortgezette Opleiding Operationeel parachutist vrije val wordt het ploegoptreden beoefend indien de ploeg middels vrije val wordt ingezet, zowel bij dag als bij nacht.

Brevet D Para brevet Vrije Val D
Parabrevet HAHO/HALO Oxygen.

Para brevet Vrije Val D
HAHO/HALO staat voor High Altitude High Opening/High Altitude Low Opening. Voor het behalen van het brevet wordt met behulp van zuurstof gesprongen van grote hoogte (tot maximaal 10 kilometer). Het behalen van Brevet D is voorbehouden aan leden van de Instructiegroep Para en de leden van enkele ploegen die gespecialiseerd zijn op de inzetmethode middels parachute. Het aantal sprongen is afhankelijk van de individuele vorderingen.

Operationele vrije val wing


Voor het eerst sinds 1949 werd in juli 2009 in Afghanistan door een team van special forces Task Force 55 een operationele inzetsprong vrije val gemaakt. Het team bestond uit 9 man van het Korps Commandotroepen en een Afghaanse coalitiepartner. De deelnemende commando’s werden in december 2009 onderscheiden met de “operationele vrije val wing”.

Instructeursbrevet


Degenen die de opleiding tot militair para-instructeur (dispatcher) met goed gevolg hebben voltooid zijn gerechtigd tot het dragen van de instructeurswing.

Brevetembleem ex-commando

Insigne Oud Commando
Insigne Oud CommandoPersoneel (groene baret dragend) dat buiten het Korps is geplaatst en niet registratief is ingedeeld bij het Korps Commandotroepen is gerechtigd tot het dragen van het brevetembleem voor oud-commando’s. Het embleem, dat een afgeleide is van het baretembleem, wordt gedragen boven de rechterborstzak van het uniform. Het embleem mag niet in combinatie met de groene baret gedragen worden!

Meer over emblemen, rangonderscheidingstekens e.d. van de Koninklijke Landmacht: Klik hier!

Geef een reactie