Nederlandse Achnacarry Commando’s in oorlogstijd
door Jef Dresens
Beschrijving
Dit boek is een bundeling van verhalen over jonge mannen die getroffen werden door de Tweede Wereldoorlog (WOII). Tijdens mijn jongere jaren zijn deze gebeurtenissen op schrift gesteld met de bedoeling deze later te verwerken in een roman. Het is er nooit van gekomen. Thans beginnen ook bij mij de jaren te tellen. De mannen welke deze gebeurtenissen vorm geven mogen echter niet worden vergeten. Vandaar deze bundeling. De volgorde van de verhalen ligt tussen de jaren van 1943 tot 1951. Enkele zijn eerder in beknopter vorm in veteranen tijdschriften en andere media opgenomen.
Het zijn verhalen van werkelijk plaatsgevonden gebeurtenissen. Het zijn Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn uitlopers, daadwerkelijk gestreden hebben aan de fronten voor de bevrijding van hun land en voor hun idealen. Elk verhaal is gebaseerd op gesprekken met hen, uit archieven en eigen waarneming. Dank ben ik hen verschuldigd voor hun medewerking; het opdiepen van een episode uit hun leven, welke dikwijls met grote emotie gepaard ging. Ieder van deze mannen kreeg een eigen gezicht. Hun leven werd door de vreselijke oorlog bepaald.
Het boek is niet bedoeld als historisch werk. Daar is het niet compleet genoeg voor. Het is mijn eerbetoon aan gesneuvelden en gewonden en aan allen die te boek staan als Achnacarry Commando’s tijdens de Tweede Wereldoorlog in dat speciale onderdeel van het Britse Leger: Two (Dutch) Troop – 10 (Inter-Allied) Commando.
Product
Paperback, 139 blz.
Formaat: 14,8 x 21 cm
ISBN: 978-94-6008-203-0
Uitgever: Kirjaboek.nl
Prijs (excl. verzendkosten): € 14,50
Bestellen? www.kirjaboek.nl
Inhoud
Het werk is opgebouwd uit drie delen: Voorspel, No. 2 (Dutch) Troop 10 (I.A.) Commando en Wat daarna kwam. Deel 1 behandelt de bakermat van de commando opleiding, het Commando Basic Training Centre in Achnacarry. Deel 2 gaat over de acties tijdens de Tweede Wereldoorlog, Arakan, Market Garden, Infatuate; de wapenfeiten waarvan de plaatsnamen in het vaandel van het Korps Commandotroepen staan vermeld. Deel 3 belicht enkele wapenfeiten van Number Two commando’s, die waren ingedeeld bij het Nederlands Detachement Verenigde Naties in Korea. De auteur eindigt met een terugblik op zijn tijd als militair in Nederlands Indië tijdens een bezoek aan Indonesië, een periode die hij uitvoerig beschreef in zijn vorige boek (Commando’s van de Speciale Troepen).
Auteur
Jef Dresens werd in Limburg gerekruteerd door luitenant Maarten Knottenbeld (RMWO), die op 19 november 1944 met maar liefst 107 vrijwilligers naar Engeland terugkeerde. Ze verzamelden zich in Pethworth in Zuid-Engeland, een invasiekamp en het hoofdkwartier van de Commando Brigades, waar ze korte tijd onder handen genomen werden door Britse oorlogsveteranen. Van hieruit vertrok het contingent per troepentrein naar Spean Bridge in Schotland om, aangevuld met andere nationaliteiten de commando opleiding te volgen in het Commando Basic Training Centre in Achnacarry. Ook dit aanvullingsdetachement werd onderworpen aan het Spartaanse regime van luitenant-kolonel Charles Edward Vaughan. Zeventig cursisten wisten in januari 1945 het commandobrevet te bemachtigen.
Het First Reinforcement No. 2 (Dutch) Troop werd toegevoegd aan het restant van de bestaande Nederlandse Troop. Eind april vertrok kapitein Jan Linzel met ruim negentig commando’s naar Made in Noord-Brabant waar No.2 (Dutch) Troop nog twee weken werd ingezet aan het front tussen Moerdijk en Geertruidenberg, om met de drie Troops van No 48 RM Commando patrouilles uit te voeren langs de Maas tegenover de Biesbosch. Aan het eind van de oorlog werden zij met de rest van No. 4 Commando Brigade naar Duitsland verplaatst als garnizoen, verantwoordelijk voor het bewaken van kamp Recklinghausen, dat vol zat met SS-ers die gezocht werden wegens oorlogsmisdaden. Met een deel van No 2 (Dutch) Troop keert Jef Dresens op 7 augustus 1945 terug naar Engeland. In Deal volgt hij een opleiding bij de Royal Marines, om te worden opgeleid tot instructeur. In oktober 1945 wordt No 2 (Dutch) Troop officieel ontbonden. Sommigen worden gedemobilisserd en anderen worden geplaatst op de Stormschool Bloemendaal.
Begin 1946 vertrekt een twintigtal commando’s naar Nederlands Indië. Jef Dresens krijgt als 21-jarige op het eiland Onrust in 1946 een eerste post als commandant-vaandrig van een groep dienstweigeraars die daar gevangen zaten. Op 15 juni 1946 wordt het Depot Speciale Troepen (DST) opgericht onder bevel van kapitein Scheepens van het voormalige Korps Insulinde. In de nacht van 18 op 19 juli 1946 namen 19 man van het DST deel aan een zuiveringsactie bij Tjileungsir. Jef Dresens beschrijft in Commando’s van de Speciale Troepen deze actie in detail. Hij maakt deel uit van een sectie van tien man van het DCO, waaronder vier commando’s van de voormalige No. 2 (Dutch) Troop en zes sergeants die door hen waren opgeleid op de Stormschool in Bloemendaal. Kapitein Scheepens raakt zwaar gewond tijdens de gevechten en wordt als commandant DST opgevolgd door Raymond Westerling.
Op 5 januari 1948 werd de nieuwe organisatie van het DST bekendgemaakt en het Korps Speciale Troepen (KST) opgericht en het Depot tevens Subsistentenafdeling van het Korps Speciale Troepen. Kapitein Westerling behield het commando over beide eenheden; als ondercommandant voor het depot werd reserve tweede-luitenant der Infanterie J.H. Dresens aangesteld. Reserve tweede-luitenant der Infanterie J.H.C. Ulrici werd luitenant-adjudant van Westerling, maar volgde op 4 februari 1948 luitenant Dresens op als ondercommandant van het depot. Luitenant Dresens bleef daarbij hoofdinstructeur van de opleiding. Kort daarna werd hij overgeplaatst naar de Staf van het Korps. Op bijna 24-jarige leeftijd, na honderden cursisten te hebben opgeleid, besloot hij zijn militaire carrière te beëindigen. Op zijn verzoek kreeg hij zes maanden zakenverlof, waarna hij demobilisatie kon aanvragen. In de zomer van 1948 werd hij ontslagen bij het KST. Enkele maanden later werd ook de commandant van het Korps, kapitein Raymond Westerling gedemobiliseerd. Beiden begonnen aan een nieuwe uitdaging in de burgermaatschappij. Dresens trad in Bandoeng in dienst van een handelsfirma. In 1951 keerde hij terug naar Nederland. Reeds één jaar na terugkomst werd hij opgeroepen voor zijn eerste herhalingsoefening. Met succes legde hij het examen af voor reserve-kapitein, waarna hij nog een aantal keren terugkeerde als compagniescommandant. Vanaf begin negentiger jaren organiseerde hij verschillende commando-herdenkingsreizen naar Achnacarry, Port Madoc en Normandië, waaraan vele veteranen en oud-commando’s hebben deelgenomen.